Wijzigingen in de woningwet die per 1 januari 2022 is ingegaan, maakt het mogelijk voor gemeentes om een zelfbewoningsplicht voor bestaande bouw in te stellen. Ook wel bekend als opkoopbescherming. Dit was voorheen alleen mogelijk voor nieuwbouw.
Goed nieuws dus voor starters en middeninkomens die hierdoor meer kans hebben op een koophuis omdat ze niet afgetroefd worden door beleggers die woningen opkopen. Want ondanks de verhoging in januari 2021 van de overdrachtsbelasting voor beleggers naar 8%, onttrekken investeerders nog steeds huizen aan de marktvoorraad.
Vanaf 1 april a.s. wordt het voor huizenkopers in Amsterdam verplicht om hun gekochte huis zelf te gaan bewonen. Dit geldt voor woningen met een WOZ-waarde tot €512.000. Door de grens bij dit bedrag te leggen wordt 60% van de koopwoningen in Amsterdam beschermd tegen opkoop.
De eerste vier jaar na aankoop mogen huizenkopers hun woning niet verhuren. De enige uitzondering op de zelfbewoningsplicht is directe familieleden ouders, kinderen, broers en zussen.
Amsterdam is niet de enige gemeente waar opkoopbescherming van kracht is of wordt. In Rotterdam geldt in zestien wijken en in Den Haag voor de gehele stad deze regeling voor huizen met een WOZ-waarde tot €355.000 de grens van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Ook tientallen andere gemeenten hebben een zelfbewoningsplicht of zijn bezig met zo’n regeling.
Mijn aankoopklanten die in dit prijssegment zoeken zijn heel blij met deze regeling. En ik ook, want juist van het aankopen voor deze starters gaat mijn hart sneller kloppen.